De gewone schorpioenvlieg ziet er raar uit, maar komt eigenlijk wel redelijk algemeen voor. Ze zit meestal in de schaduw, bijvoorbeeld in het struikgewas, en vooral bij brandnetels.
Aan de kop zit een lange rode snuit waarmee ze dode (of bijna-dode en verzwakte) insecten, plantensap en vruchten eet. De mannetjes (eerste foto) hebben een schorpioenachtig uiteinde aan de staart, vrouwtjes (tweede foto) niet.