Materiaal

Prehistorie

Macrofoto’s maken, dat is ook en vooral een kwestie van goed materiaal.

Ik heb voor mijn plechtige communie een fototoestel gekregen, maar eigenlijk heb ik daar niet echt overdreven veel foto’s mee gemaakt, en ik zou niet meer eten welk merk het was. Of eigenlijk, waar het zich nu bevindt.

Het eerste toestel dat ik zelf gekocht heb, was een Canon Ixus II, een klein APS-ding. Veel gebruikt (onder meer om de verbouwingen in ons huis van dag tot dag te documenteren), maar uiteindelijk werd dat redelijk duur in films, was de kwaliteit van de “panorama’s” niet echt dat, en vooral: ik had/heb geen goeie scanner, dus om de foto’s in de computer te krijgen was het la croix et la bannière.

Dus maar een digitaal toestel gekocht. De natuurlijke progressie was een Digital Ixus, waar ik een tijd zeer tevreden van geweest ben, maar twee megapixels is wel heel erg weinig. De review bij Digital Photography Review heeft me ervan overtuigd bij Canon te blijven en een Ditigtal Ixus 400 te kopen. Daar ben ik nog tevredener van geweest.

Vier echte megapixels, 3x optische zoom, compact, stijlvol, stevig —what’s not to like? Ik heb er meer dan een jaar elke dag mee in mijn zak gelopen, en duizenden foto’s mee gemaakt. Zeer tevreden van, het is zowat het ideale fototoestel voor huis- tuin- en keukengebruik. In automatische modus maakt het goede foto’s, en waar nodig kan er ook wat manueel geprutst worden aan de instellingen.

In de zomer van 2003 zijn we tijdens de verbouwingen van ons huis bij mijn ouders gaan wonen, en daar ben ik beesten beginnen fotograferen. En, helaas, zeer snel zeer hard tegen de beperkingen van een point & shoot gelopen.

Om te beginnen: tràààg! Akkoord, de Ixus 400 was twee keer zo snel als de gewone Digital Ixus, maar dat wou wel nog altijd zeggen dat het minimum 3,5 seconden duurde om het toestel aan te zetten en een foto te nemen. En zelfs als het toestel aanstaat, is het niet mogelijk om op minder dan anderhalve seconde een foto te nemen.

Daarnaast: foto’s van redelijk dichtbij nemen lukt wel (zie de spin hierboven bijvoorbeeld), maar écht dichtbij is dat niet natuurlijk. En echte macro is het ook niet. Controle over sluitertijd en diafragma is er niet, ’t is een zaak van in manual mode te gaan en daar kun je enkel ISO, exposure en white balance aanpassen.

Nikon

In juni 2004 heb ik dan na veel twijfelen en sparen een Nikon D70 gekocht. Het was de allereerste keer dat ik zelfs maar een reflexcamera in mijn handen had, maar ’t was liefde op het eerste gezicht. Ik heb hem gekocht met de 18-70 kitlens, maar er geen maand later een Nikon AF 70-180mm f/4.5-5.6D Micro bijgekocht, en ik ben daar vele vele jaren zeer content van geweest.

Een tijdje later heb ik nog twee Nikon 6T diopteradapters gekocht, waarmee ik twee keer dichter bij de beesten kon komen. Onontbeerlijk voor de echt kleine beesten, en bij de grotere critters genre kruisspinnen is het perfect om écht details te krijgen.

De lenskap past ook gewoon op die 6T, dus bleven die gewoon altijd op de voorkant van de 70-180 zitten.

Het enige probleem is dat je met zo’n voorzetlens op een paar centimeter van de beesten zit, veel kans hebt dat je in het licht zit, en de hele lens zit in de weg van het licht van normale flash. Wil je meer licht, moet je het diafragma opensmijten, maar dan kan scherptediepte soms maar een fractie van een millimeter worden.

En dus is er nog een Nikon SB-29 ringflash bijgekomen:

Eén deel wordt voorop de lens vastgezet aan een adapterring en een telefoonachtige kabel gaat naar het stuk dat op de flitsschoen zit.

De ring bevat twee flitslampen die samen of elk afzonderlijk kunnen gebruikt worden, op volle of op halve kracht. Als ze allebei gebruikt worden, kan ingesteld worden wat de verhouding van de lichtsterkte tussen de twee lampen moet zijn (van 4:1 tot 1:4). En de ring kan uiteraard helemaal rondgedraaid worden, zodat je zowel links/rechts als boven/onder kunt belichten.

Ik was er machtig tevreden mee, want het maakte foto’s mogelijk die anders niet zouden kunnen. Nachtfoto’s, of in het algemeen foto’s waar weinig licht is (zoals onder struiken), om maar één ding te noemen. Of, eigenlijk nog belangrijker: foto’s met veel scherptediepte. Normaal gezien zou je aan f/40 praktisch niets meer zien, omdat er praktisch geen licht meer door het diafragma geraakt. Niet met deze flash.

Dat was het dus, ettelijk veel jaren aan een stuk: een Nikon D70, en dan later een D200, en dan nog wat later een D300S, met een degelijke macrolens en een ringflits.

En dan is er ingebroken in ons huis, was behalve de laptops ook zo ongeveer al het fotomateriaal weg, en had ik niet enorm veel goesting meer om foto’s te nemen.

Canon

In 2022 heb wegens een gelukkige samenloop van omstandigheden een nieuw degelijk fototoestel gekregen: een Canon EOS R, met, nog belangrijker dan het uitstekende fototoestel zelf, de allerbeste macrolens ter wereld, de Canon MP-E 65mm f/2.8 1–5x Macro, en een degelijke ringachtige flash, de Canon Macro Twin Lite MT-26EX-RT. Alles op elkaar gevezen ziet dat er redelijk indrukwekkend uit, zeker als de lens op zijn meest uitgerokken stand staat:

Méér dan degelijk materiaal. Zelfs zó degelijk dat het met een slechte rug niet altijd even gemakkelijk is om foto’s te nemen: de lens moet zo dicht bij het onderwerp dat ik eigenlijk overweeg om loopgraven in de tuin te graven, anders lukt het zeer moeilijk om foto’s te nemen.

Telefoon

Behalve echte fototoestellen, zijn telefoons alsmaar beter om snel foto’s mee te nemen, zelfs macro’s. Ik heb de afgelopen paar jaar telkens telefoons gekocht met zo goed mogelijke lenzen erin, en als iemand mij vijftien jaar geleden zou gezegd hebben dat pakweg dit met een telefoon genomen was, ik zou hem zot verklaard hebben: